04 sep In gesprek met molenaar Koen van de van Tienhovenmolen
Geschreven door Claire (meewerkend lid)
In mei was het weer tijd voor een producentenpodium waarbij een van onze producenten live geïnterviewd werd in aanwezigheid van publiek. Dit keer was molenaar Koen van de ‘Tienhovenmolen’ uit Bemelen bij ons op bezoek en meewerkend lid Pim ging met hem in gesprek.
Koen zit helemaal in stijl, in zijn molenkloffie, voor het publiek. Het gesprek begint met de vraag waar iedereen nieuwsgierig naar is: hoe is Koen molenaar geworden?
‘Het begon eigenlijk al toen ik 1 jaar oud was’, begint Koen. ‘Ik woonde toen nog in de Zaanstreek en ging altijd met mijn vader op de fiets langs de molens fietsen. Toen is er een vonk overgeslagen en die is nooit meer uitgegaan. We zijn uiteindelijk naar Maastricht verhuisd toen ik 4 jaar was. Als (kleine) jongen was ik al erg ondernemend. Maar om even kort samen te vatten hoe ik nou als molenaar ben begonnen, ik ben een keer op bezoek gegaan bij een molen ergens in het noorden en toen kwam ter sprake dat ze een molenaar zochten. Zo is het balletje gaan rollen’.
Koen vertelt dat hij lange tijd als vrijwilliger bij verschillende molens in het land heeft meegelopen om zo de kneepjes van het vak te leren. ‘Dit kost echt een paar jaar, je kunt het vergelijken met paardensport. Je moet eerst het paard leren kennen, leren vertrouwen, leren luisteren en zo kun je verder. Dat is ook zo met molens. Je moet elke piep en kraak leren, hoe de molen werkt. Je moet één worden met de molen. En als je dat na een aantal jaar een beetje door begint te hebben, dan ga je op een gegeven moment op je gevoel malen, op basis van geluiden, trillingen, de stand van de wind enzovoorts. Dan hoef je daar niet meer zoveel over na te denken’, zegt Koen enthousiast. Hij gaat verder; ‘de stenen maken een bepaald geluid en hier kun je van alles uit afleiden. Gaan ze te snel? Te langzaam? Is er teveel druk of juist te weinig? Mijn antennes staan altijd aan als ik in de molen ben’.
Maar niet alleen het geluid is belangrijk, ook het weer is een cruciaal punt om zijn ambacht te kunnen uitoefenen. ‘Wij molenaars kijken vooral naar de lucht om het weer te voorspellen, maar soms ook wel eens op buienradar. Want als je een keer een bui onderschat, dan kan de kap die over de wieken zit zo ergens anders belanden’. De molen moet minstens één keer in de week draaien om hem door te laten lopen, te laten lichten zogezegd.
Koen voelt zich heel erg verbonden aan de molen, of beter gezegd, hij is er echt door gefascineerd. Helaas begint het ambacht molenaar langzaam uit te sterven, hij vertelt vervolgens, ‘er zijn er niet meer veel van. Zo’n 95% van de molenaars in het land zijn vrijwillig’.
Lid Sjuul Schaepkens ging met haar camera op bezoek bij Koen.De Van Tienhoven molen is een kleine molen en ligt in Gasthuis/Bemelen. Het is gebouwd als investering door Jan Meijs in 1855 en gemaakt van mergel. Het is de enige molen in Europa die nog van mergel is gemaakt. Er is weinig bekend over de geschiedenis van de molen, alleen dat hij in 1905 is verkocht in een kroeg en daarna een keer in brand is gestoken om verzekeringsgeld op te strijken, én dat hij heel lang niet in gebruik is geweest.
Sinds 2021 is de molen dus weer in gebruik. De vader van Koen is mede-eigenaar van de zaak. De Van Tienhoven molen is een korenmolen en ze maken voornamelijk meel en bloem. Het is altijd een korenmolen geweest en bediende alle boeren van daar in de buurt. Vroeger kwam iedereen met zijn eigen graan om dat te laten malen. Nu is het zo dat het graan binnenkomt – Koen verwerkt het tot meel – en dan wordt het doorverkocht. ’In principe is het inkoop en verkoop, en niet meer zoals vroeger’, zegt hij. Er zit ook een klein winkeltje in de molen waar allerlei lokale producten worden verkocht.
‘Even ter verduidelijking, wat het verschil is tussen meel en bloem’, legt Koen uit: ‘Meel is wat letterlijk uit de steen komt. Daar zit alles in wat uit de korrel komt. Bloem daarentegen is waar alle griezen en zemelen uit zijn gezeefd’.
Hij gaat verder: ‘het bloem dat wij malen is 10 keer gezonder dan die van een gewone fabriek. Een fabriek haalt namelijk de kiem van de korrel eruit, om door te verkopen aan de farmaceutische industrie. En dit is juist waar de meeste voedingsstoffen in zitten. Plus het geeft meer smaak. Wij halen de kiem er dus niet uit. Die kiem is juist heel waardevol en daarom laten we deze erin’.
Koen koopt ook alleen biologisch graan in. Hij is samen met nog één andere molenaar de énige in Limburg die alleen biologisch werkt.
‘Ik vind het onnodig om te spuiten, en ik ben blij dat ik daar met mijn molen al een klein verschil in kan maken. Je betaalt uiteindelijk misschien wat meer maar dan heb je ook een veel betere kwaliteit’.
Maar de kwaliteit hangt ook af van het weer. ‘Als we een goeie droge zomer krijgen is het niet zo’n probleem, maar bij een natte zomer, dan is de tarwe van mindere kwaliteit’. De bakkers die met zijn producten werken zitten in Maastricht, Valkenburg en Tongeren.
De molen kan maximaal zo’n 500 kg per uur malen. Er moet dan wel wat wind staan. Koen heeft op dit moment nog geen back-up als het niet genoeg waait waardoor hij heel soms moet terugvallen op een andere molen in de buurt. Uiteindelijk wil hij graag een elektrisch systeem aanschaffen dat hij als back-up kan gebruiken, zodat hij wel altijd zijn producten kan leveren.
In de molen werken ook vrijwilligers en Koen leidt mensen op. Ze zoeken nog vrijwilligers, dus mocht je interesse hebben dan kun je een mailtje sturen naar: maalderijvandermaat@outlook.com.